“Het is ongelofelijk knap hoe het onderwijs in staat geweest is om razendsnel te reageren op een crisissituatie. In slechts enkele dagen tijd konden de meeste lessen digitaal doorgaan.” Deze positieve uitspraak is van John van Dongen, Projectleider Onderwijs & ICT namens de Kennismaatschap. Het technisch aanpassen lijkt gelukt te zijn, maar de didactische uitdagingen beginnen volgens hem pas.
Tijdens een online gesprek, in beeld via Microsoft Teams, stelden wij John een aantal vragen rondom het aanleren van nieuwe didactische manieren om online les te geven. Het leverde een inspirerend gesprek op:
Wat is er nodig om effectief les te geven op afstand?
De grootste didactische uitdaging van lesgeven op afstand is dat de spanningsboog snel afneemt. “Concentratie vasthouden op een beeldscherm vergt meer inzet van leerlingen en docenten, zeker bij jonge leerlingen. Daarnaast is er tijdens het online lesgeven veel andere digitale afleiding zonder dat de docent dit ziet of doorheeft”, is hoe John het verwoordt. Dat betekent dat alle gebruikelijke routines losgelaten moeten worden. Een docent gaf normaal gesproken de hele groep les met een harde indeling van tijd volgens een vast rooster. Effectief lesgeven op afstand betekent echter groepen opsplitsen, meer maatwerk, korter lesgeven, interactie bereiken en er alles aan doen om je leerlingen gemotiveerd te houden.
Deze motivatie wordt bijvoorbeeld aangewakkerd door de leerlingen digitaal iets in te laten vullen. Gezamenlijk een video bekijken, tussentijds stoppen en vragen waarnaar gekeken is werkt ook motiverend volgens John. Daarnaast betekent effectief lesgeven op afstand ook dat er beter gecommuniceerd moet worden over rolverdelingen als leerlingen in online projecten met elkaar samenwerken. “Verantwoordelijkheden moeten vooraf duidelijk zijn, zodat iedereen op de thuis-studeerplek weet wat hij of zij doen moet en men elkaar hierop kan aanspreken”, vertelt John.
Waar is de digitale didactiek echt anders dan voorheen?
John start het beantwoorden van deze vraag met een lach op zijn gezicht. “Bij de beoordeling”, is zijn directe antwoord, wat hij duidelijk maakt met dit voorbeeld: In het begin van de coronacrisis verscheen er een directeur uit het VO-onderwijs in het NOS journaal. Hij liet zien hoe leerlingen met de camera van hun laptop moesten laten zien dat er op de thuis-studeerplek geen spiekbriefjes lagen tijdens het afnemen van een toets. Dat bleek uiteraard al snel niet te werken. Het geeft aan dat er misschien beter op een andere manier getoetst kan worden om de prestaties van leerlingen goed te beoordelen. Dat kan onder andere bereikt worden door meer projecten en werkstukken in te laten leveren of onverwachte vragen te stellen tijdens een online les van lesstof van een paar weken geleden. Daarmee tonen leerlingen immers aan dat ze “de leerstof” begrijpen. Het beoordelen vraagt om extra creativiteit, aanpassingsvermogen en andere meetmomenten van docenten.
Welke uitdaging wordt er vaak aan jou als onderwijsadviseur voorgelegd?
“De docent van nu moet van alle markten thuis zijn en snel kunnen schakelen, tussen face-to-face, online en alles wat daar maar tussen zit”, antwoordt John. Dat is niet voor iedere docent vanzelfsprekend maar heeft volgens hem zeker niets te maken met leeftijd. Zowel jongere als oudere docenten regelen privé bijna alles digitaal, dus zou er geen reden voor koudwatervrees moeten zijn voor digitaal onderwijs. Toch is dat soms nog wel degelijk het geval. “Het gaat uiteindelijk om het vinden van de juiste mix waarbij face-to-face leren binnen het klaslokaal en leren in een online omgeving als één totale leeromgeving bekeken wordt. “Mijn ambitie is om dat samen met het onderwijs te bereiken en leerlingen en docenten nog beter voor te bereiden op de sterk digitaliserende maatschappij”, sluit John af.
Hij noemt het daarom ook Totaalonderwijs. Je kunt er desgewenst alles over teruglezen op deze LinkedIn pagina. Namens The Rent Company willen we John hartelijk danken voor het delen van zijn verhaal.