Gaan we naar een maatschappij toe waar veel meer werkzaamheden digitaal en op afstand zijn, dus ook het lesgeven? Het lijkt er wel op. Het is maar de vraag of het onderwijs zal terugkeren naar de tijd die vooraf ging aan de coronacrisis. Over wat goed of slecht is, valt te twisten. Maar dat het gevolgen heeft…
De kernvraag is hier: “Hoe houd ik een online les boeiend?” In een klasopstelling valt sneller in te grijpen, maar online overzicht houden of iedereen oplet lijkt een behoorlijke uitdaging. De kans op afleiding is in de huidige belevingswereld van studenten veel groter dan vroeger. De vraag rijst of traditionele lesroosters nog wel kloppen om de didactische kwaliteit online te waarborgen. Wellicht is het beter om tien minuten lang naar kennis video’s te kijken dan 40 minuten lang achter laptop of Chromebook te verwachten dat iedereen scherp aan het opletten is. “Het onderwijs is zich opnieuw aan het uitvinden”, hoorden we laatst een schoolbestuurder zeggen.
Het gevolg van lesgeven op afstand is ook dat docenten plotseling online technologie moesten omarmen. Een jonge generatie van docenten die met laptops is opgegroeid zal daar minder moeite mee hebben. Een oudere generatie zal ongetwijfeld vaker meer hebben moeten doen om te wennen aan het lesgeven met een camera op het gezicht en het goed inzetten van online faciliteiten.
Het gevolg van lesgeven op afstand is ook dat het uitdagend is om leerlingen gemotiveerd te houden. Dat zien we vooral terug binnen het VMBO. Er moet in groepen online samengewerkt worden, maar op jongere leeftijd werkt dat digitale samenwerken niet altijd. Zij zijn boos en teleurgesteld als andere leerlingen niet meewerken, want hun cijfer is ook afhankelijk van het gezamenlijke resultaat. Normaal gesproken zou je elkaar zien en elkaar erop aanspreken, maar nu is het vanaf de thuisstudeerplek, wellicht onbedoeld, meer ‘ieder voor zich’. Hoe kunnen docenten hen net dat extra duwtje geven? Dat is niet eenvoudig, want je kunt tussentijds niet zien of aanvoelen of er goed wordt samengewerkt. Er vaker naar vragen lijkt de enige oplossing.
Volle klassen komen ongetwijfeld terug, maar wat gebeurt er als bijvoorbeeld 50% online blijft? Het is niet ondenkbaar dat veel vierkante meters niet meer nodig zijn. Het positieve nieuws is dat de besparing op huisvesting ingezet kan worden om nog meer te investeren in digitaal onderwijs. Dat brengt ons op de laatste vraag:
Het onderwijs heeft de afgelopen maanden een enorme prestatie geleverd en razendsnel alternatieven moeten bedenken om lessen toch door te laten gaan. Zonder internet, laptops, Chromebooks en samenwerkingssoftware had de kennisontwikkeling van leerlingen en studenten stilgelegen. Er is echter wel een uitdaging. Ouders die door de crisis getroffen worden zullen niet allemaal ineens grote geldbedragen vrij kunnen maken voor laptops of Chromebooks. Die zorg nemen wij graag van hen over.
The Rent Company | Digitaal onderwijs mogelijk maken voor iedereen